tie, bijzonder wat de muziek betreft, te verbeteren. Mogelijk is, dat hij de drukproeven van den brevier zijner orde, verschenen te Mainz 1459, heeft nagezien.
1458 werd Adrianus abt van Schonau in Nassau, dat een dubbelklooster was en bleef tot 1606. Hij bewerkte de aansluiting zijner abdij bij de Congregatie van Bursfeld 1459 (Revue Bénédictine XVI (1899), 553). Ook als abt werkte hij vooral aan de samenstelling en verbetering der liturgische boeken zijner congregatie. Zoo bewerkte hij: Caeremoniale monasticum; Ordinarius divinorum officiorum; Modus accentuandi evangelia et epistolas; Distinctio regulae Benedictinae. De eerste twee werken zijn gedrukt bij de Fraters van Mariënthal te Rheingau; of de andere in druk verschenen zijn, wordt betwijfeld.
Adriaan deed 1465 afstand van zijn abdij Schonau en wijdde zich geheel aan de studie. Hij schreef nog Eruditio religiosorum en in het Duitsch een Litanie van alle Heiligen, ten gebruike der nonnen van Schonau.
Zie: Studien und Mittheilungen zur Geschichte des Benediktinerordens XX (1899), 286, 291, XXV (1904), 721, XXXVII, 631-635; Ziegelbaur-Legipontius, Hist. res litterariae O.S.B. III, 538; Gallia Christ. XIII, 110; François, Bibl. gén. des écrivains de l'ordre de St. Benoit (1775) 15; Dictionnaire d'histoire et de géographie ecclés. (Paris 1912) I, 631.
Fruytier