tijd, jonger dan sedert 1814 ooit een gouverneur of een commissaris des Konings dit hooge ambt bereikte, werd hij als zoodanig in de provincie Noord-Brabant benoemd. Waarschijnlijk was er toen niemand van meerderen leeftijd en ervaring, die den roomsch-katholieken godsdienst beleed (het was kort na de April-beweging), die zich hiervoor beschikbaar stelde. Reeds spoedig bleek, dat een goede keuze gedaan was. Bosch werkte zich in de vele moeilijke kwestiën, die in deze provincie aan de orde waren, vooral op waterstaatsgebied, in, en heeft veel invloed gehad op de totstandkoming der verlegging van den Maasmond. Hij heeft ook het initiatief genomen tot de uitbreiding van het wegennet van het rijk door den aanleg van een aantal wegen daartusschen van wege de provincie. Ook zijn gedurende zijn bewind in Noord-Brabant de tollen op de provinciale wegen afgeschaft, iets, dat op de rijkswegen en de provinciale wegen buiten Noord-Brabant eerst verscheidene tientallen jaren later geschied is. Ten einde gelijke baten aan de provincie te verzekeren, werd een belasting op de paarden ingevoerd. Eindelijk zorgde hij, dat voor de wagens in Noord-Brabant breede velgen voorgeschreven werden, waardoor in het bijzonder het bederf der klinkerwegen werd tegengegaan.
Hij huwde 2 Sept. 1852 Elisabeth Henriette Johanna Bosch, geb. 15 Mrt. 1833, overl. 25 Aug. 1884, bij wie hij 2 zonen, waarvan een jong stierf en 5 dochters, van wie 3 jong stierven, had.
Naar aanleiding van het overlijden eener dochter op den leeftijd van 17 jaar, na eenige jaren gevolgd door dat zijner echtgenoote, heeft hij ter herinnering aan deze droevige verliezen aan de gemeente 's Hertogenbosch de fondsen vermaakt voor de stichting van een obelisk op het stationsplein, waarop naar zijn wapen verscheiden gouden draken zijn aangebracht.
Ramaer