Holland, later ontvanger van het last- en veilgeld te 's Gravenhage en ontvanger-generaal van Holland. Als agent van den algemeenen rijkskassier hield hij zijn bureau in de Hooge Nieuwstraat te 's Gravenhage en was in het begin der 19e eeuw eigenaar van het tegenwoordige gebouw van Pulchri Studio, om den hoek van het Schoorsteen-vegersstraatje waarom dit wel het ‘Straatje van Boetzelaer’ werd genoemd, zooals het o.a. wordt vermeld op de nieuwe kaart van Noorda 1839.
Hij huwde in de Hoogd. kerk te 's Gravenhage 29 Mei 1770 met Aletta Johanna de Leu de Wilhem, geb. aldaar 1 Maart 1754, overl. ald. 14 October 1815, dochter van Mr. Coenraad en van Maria Catharina van Schuylenburch. Uit dit huwelijk sproten 5 kinderen. Het oudste, Maria Catharina barones van Boetzelaer, huwde in 1825 met Mr. Frederik Willem Floris Theodorus baron van Pallandt van Keppel, minister van eeredienst.
Zie: Nederl. Adelsboek (1912), 267; Wapenheraut VIII, 459, 503; Die Haghe (1911), 346.
Regt