[Boetzelaer, Carel Vincent baron van]
BOETZELAER (Carel Vincent baron van). heer van Dubbeldam, geb. te Leiden 13 Febr. 1748, ged. Pieterskerk 14 Febr., overl. te 's Gravenhage 24 Oct. 1829, begr. Groote Kerk 29 Oct., zoon van baron Nicolaas, die volgt, en van Elisabeth Dorothea de Raet, vrouwe van Dubbeldam.
Hij was generaal-majoor der cavalerie en sedert 10 Jan. 1794 ritmeester-commandant der gardesdu-corps, van welk ambt hij in 1795 afstand deed, kamerheer van prins Willem V, hoogheemraad van Delfland (sedert 1778) en van Rijnland. Benoemd in de ridderschap van Holland 28 Aug. 1814; baron 18 Juli 1819, lid der Prov. Staten van Holland, lid der Eerste Kamer der St. Gen., kamerheer van koning Willem I en opperhofmaarschalk des Konings.
Hij huwde te 's Gravenhage (aan het Hof) 24 Nov. 1783 met Marie Anne Aimée gravin van Bijlandt, geb. te 's Gravenhage 23 Nov. 1746, overl. aldaar 15 Maart 1831, dochter van Roeleman Ferdinand des H.R.R. graaf van Bijlandt (dl. IV, kol. 390) en van Anna Cornelia (barones) van Friesheim.
Dit huwelijk was kinderloos.
Zie: Nederl. Adelsboek (1912), 266; Wapenheraut VIII, 459; Jaarb. Ned. Adel IV, 111.
Regt