[Boener, Joannes]
BOENER (Joannes), geb. te Roermond omstr. 1593, overl. omstr. 1640, zoon van Jacobus B. koninklijk raad en Anna Cremers, trad in de orde der Minderbroeders, predikte te Antwerpen, 's Hertogenbosch en elders. Hij is de schrijver van de volgende twee werkjes (waarvan zich exemplaren in de bibliotheek van J. Gerardts, burgemeester van Posterholt bevinden): Verae ad vivum effigies B.B. Martyrum Gorcomiensium etc. (Sylvae-ducis 1623), geïllustreerd; dit werkje droeg hij op aan de Staten van Gelderland. Daarachter is nog een Appendix gebonden, waarin de platen niet zijn afgedrukt (het papier is nl. blank gebleven). Het bevat ook de geschiedenis der roermondsche martelaren onder de kartuizers in het kort. Het andere werkje, dat over deze handelt, heeft tot titel: Delineatio historica fratrum minorum prov. germ. inf. a Geusiis in odium fidei crudeliter occisorum (Antwerpen, Offic. Plantiniana 1635), geïllustreerd. Vooraan staat de opdracht aan zijn zuster Jouff. Agnes Boener, huysvrouw van Petrus Coix, j.u.l. stadhouder der heerlijkheid Dalenbroeck. In de genealogie Boener wordt hij Petrus B. genoemd.
Zijn broeder Henricus (geb. te Roermond omstr. 1591, overl. te Venlo 21 Aug. 1629), raadsverwant aldaar 1625-29 en peyburgemeester in 1629, was de echtgenoot van Elisabeth van