[Bertolf, Gregorius]
BERTOLF (Gregorius), geb. te Leuven omstreeks 1484, overl. te Leeuwarden op het eind van het jaar 1527. Hij voltooide zijn studiën aan de universiteit te Leuven, waar hij 1506 op de vijfde plaats den graad van meester in de vrije kunsten en vijf jaar later het licentiaat in de rechten behaalde. Hij vestigde zich te Brussel en was weldra een gezocht advocaat. Toen 1527 de provinciale raad in Friesland hervormd werd, is Gregorius B. tot president benoemd. Slechts een jaar verbleef hij te Leeuwarden, toen de dood hem verraste. Hij had tijdens zijn kort verblijf de friesche wetten bijeengebracht ini een handschrift, Statuten van Friesland, bewaard in het hof van Friesland. Hij schreef nog een zeer gewaardeerd werk voor het volk in het Nederlandsch over de rechtspleging.
Zijn eenige zoon Jan, 16 Oct. 1554 benoemd tot lid van den Raad van Vlaanderen, stierf reeds drie jaar later. Een zijner dochters, Christine, huwde met den beroemden Joach. Hopperus, een andere met Tegnagel, eveneens advocaat en staatsman.
Zijn portret komt voor op een koperen grafzerk in het museum te Leeuwarden.
Zie: Foppens, Biogr. Belg., 380; Hoynck v. Papendrecht, Analecta II, IV, 8; Biogr. Nat. Belg. II, 333-334.
Fruytier