[Asch, Joannes]
ASCH (Joannes) of Asz, kartuizer, overl. te Roermond 1580. Hij was geprofest monnik van het kartuizerklooster Betlehem te Roermond. Toen op 23 Juli 1572 deze stad werd ingenomen door de troepen van den Prins van Oranje, richtten deze een bloedbad aan onder de kloosterlingen en geestelijkheid. In de chartreuse aan de Swalmerstraat vonden 9 monniken en 3 leekebroeders den dood, terwijl andere leden van het convent ernstige mishandelingen hebben ondergaan. De prior, Joachim van Tongerloo (dl. IV, kol. 1279), had in der haast het grootste deel der kloostergemeente in de kerk rondom het altaar verzameld. Hier maande hij de zijnen aan tot standvastigheid, en daar den kloosterlingen geen tijd meer was gelaten, om ieder in het bijzonder biecht te spreken, ontvingen zij na een openbare belijdenis de absolutie, Onmiddellijk daarop volgde de verschrikkelijke slachting in de kerk. Roepende om geld en kostbaarheden werden door de soldaten achtereenvolgens de paters Hendrik Wellen (dl. VI, kol. 1310), Willem Wellen (dl. VI, kol. 1310) en Joannes van Luik (zie art.) afgemaakt. Vervolgens dreigden zij Joannes Leewis (zie art.) te dooden. Toen Joan nes Asch en Joannes Gressenich dit zagen, trachtten zij door goede woorden dezen te redden. Joannes Leewis ontving een doodelijken dolksteek in de borst, en thans was het hun beurt.
Joannes Asch viel, aan den linkerarm gewond, op den grond en ontving toen twee of drie stokslagen op het hoofd. Toen een der soldaten hem nog biddende de lippen zag bewegen, schopte hij zich hem tweemaal in het gezicht met de woorden: ‘Soo gy boosen monnick en hout noch niet op te bidden’. Een duitsch edelman, die later Dom Joannes in dezen toestand vond, kreeg medelijden en bracht hem in een woning, zoodat hij zich aan verdere mishandelingen kon onttrekken.
Ten gevolge van het doorgestane leed stierf de prior van het klooster, Joachim van Tongerloo, op 9 Sept. 1572. Thomas Winckelmann, prior van het kartuizerklooster te Keulen en visitator der Rijnprovincie, werden nu door het bestuur der Orde als administrator de belangen van de verwoeste chartreuse te Roermond opgedragen. Van Keulen uit werd de wederopbouw van dit klooster daarop krachtig gesteund. Het generaal kapittel der Grande Chartreuse benoemde in het voorjaar van 1574 Joannes Asch als rector van het convent te Roermond. In 1576 volgde zijn benoeming tot prior. Het zou echter nog jaren duren, aleer zijn convent weder eenigszins de ramp van 1572 te boven wist te komen. Na zijn overlijden werd Dom Joannes in het bestuur opgevolgd door Dom Leonardus van Luik (zie art.).
Zie: Cartae Capituli Generalis Ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galuzzo, Florence); L. Surius, Commentarius brevis rerum in orbe gestarum, ab anno salutis MD usque in annum MDLXXIII (Colon. 1579); A. Havensius, Historica relatio duodecim martyrum Cartusianorum qui Ruremundae in Ducatu Geldriae agonem suum feliciter compleverunt (Colon. 1608; Gand.