[Wulf, Laurentius de]
WULF (Laurentius de), of de Wolf, geb. te Kortrijk 1578, overl. op het hof Boogaarde te Coxyde bij Veurne 13 Juni 1616, behoorde tot de orde der bernardijnen of cisterciënsers en tot de abdij Duinen. Na de verwoesting der abdij was hij door zijn oom, den abt Laurentius van den Berghe, aangenomen op het tot klooster ingerichte hof Boogaarde bij Veurne. Na zijn priesterwijding werd hij naar Hontenisse in Zeeuwsch-Vlaanderen gezonden om de bezittingen en polders der abdij aldaar te besturen. De patroon der parochie, de heer van Liedekerke, stelde hem voor als pastoor van Hontenisse, 22 Dec. 1603. Hij bestuurde de parochie, die kerkte in de kapel van het Sandehof tot 1608, toen hij door een zijner medebroeders werd opgevolgd. In 1606 had zijn oom, de abt van Duinen, afstand gedaan van het bestuur ten gunste van zijn neef. Wel zou deze meerdere stemmen der abdijheeren hebben verkregen, doch de aartshertogen benoemden een monnik der abdij Loos, die zelfs geen Vlaamsch verstond. Oct. 1612 werd Laurentius de Wulf door zijn abt benoemd tot prior van Duinen. Vier jaar slechts bekleedde hij dien post maar stierf vroegtijdig. Hij wordt door de Visch ‘poeta laureatus’ genoemd.
Zijn portret was geschilderd met dat van den abt Laurentius op een grafgedenkteeken van de abdij Groeningen te Kortrijk.
Zie: C. de Visch, Compendium Chron. abb. B.M. de Dunis (Brux. 1660), 100, 120; Cron. et