[Wolters, Jacques Eugène Hubert]
WOLTERS (Jacques Eugène Hubert), geb. te Venlo 22 Oct. 1844, overl. te Antwerpen 25 Juni 1905, ongehuwd, zoon van Jan Gerard Hubert en van Maria Gertrudis Custers. Hij bezocht het college in zijn geboorteplaats, waar hij zonder een slecht leerling te zijn, meer tijd gebruikte om te teekenen, dan om te studeeren. Reeds op 7-jarigen leeftijd maakte hij teekeningen naar fotografieën. Toen hij 10 jaren oud was, kreeg hij particuliere lessen van een huisschilder in zijn vaderstad, welken hij na zes maanden verliet, daar deze hem niets meer leeren kon. Hij voltooide zijn studies aan het collegie en gaf op circa 16-jarigen leeftijd het verlangen te kennen om zich naar Antwerpen te begeven, maar zijn ouders vonden hem nog te jong en zonden hem naar Rolduc om zijn studies aldaar aan de handelsschool te voltooien. Eindelijk kreeg hij in 1864, na zijn klassieke studies voleindigd te hebben, de toestemming naar Antwerpen te gaan, ten einde de klassen der academie te volgen. Hij genoot hier het onderwijs van prof. Beaufaux, van Lerius en Jacob Jacobs. Daarna werd hij een leerling van Lamorinière. Gedurende drie jaren ontwikkelde hij zich ernstig bij dezen en vergezelde hem in den zomer op al zijn reizen. In 1869 maakte hij een tocht naar Duitschland en vestigde zich te Moyland bij Cleef, waar hij gedurende twee achtereenvolgende zomers verbleef, in den winter naar Antwerpen terugkeerende. In 1870 zond hij een schilderstuk ‘Vue aux environs de Givet’ naar het internationale concours van Sydenham, een ander ‘Vue des environs d'Hastières’ naar de tentoonstelling te 's Gravenhage. Het eerste kreeg de bronzen medalje en werd verkocht bij de opening der tentoonstelling voor den prijs van 100 pond sterling, het andere werd gekocht door Fop Smit te Rotterdam voor 1200 gulden. Op zekeren dag