[Wittenhorst, Johan van (3)]
WITTENHORST (Johan van) (3), geb. 1576, overl. 11 April 1639, begraven te Horst (Limb.), heer van Horst, zoon van Walraven, die volgt, en van Margaretha van Deurne, was drost van Montfort (Limb.) en heer van Horst door afstand zijns vaders in 1609; 9 Mei 1621 behoorde hij tot de afgevaardigden, die zich op last der Staten naar 's Gravenhage begaven, om met den Prins van Oranje en de Staten-Generaal een minnelijke schikking aan te gaan omtrent de door het platte land te betalen contributie; 22 Aug. 1636 cedeerde hij bij titel van gift onder de levenden de allodiale helft van het huis en de heerlijkheid ter Horst aan zijn neef Johan Goddart Frans Huyn van Amstenrade.
Hij was gehuwd met Catharina, dochter van Philippus van Bentinck, heer van Bicht (Obbicht), drost van Montfort (Limb.) en van Alverada van Vlodrop, erfgename van Obbicht. Dit huwelijk was kinderloos.
Zie: Maasgouw (1898), 72, 75-76; Adolf Steffens, Geschiedenis der aloude heerlijkheid en der heeren van ter Horst in het land van Kessel, 69-77; Limburg's Jaarboek (1925), 141.
Verzijl