en werd steeds herkozen. 1882 werd hij benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger en 7 Febr. 1888 tot burgemeester van Hulst. Toen hij 10 Nov. 1893 gekozen werd tot lid der Gedeputeerde Staten van Zeeland, zagen de inwoners van Hulst slechts noode hun hoofd, die zooveel in het belang van het stadje gewerkt had, aftreden. Als lid van het bestuur der provincie bepleitte hij vooral de verbinding en verbetering der wegen, het afschaffen der tollen, en vooral de verbinding van Zeeuwsch-Vlaanderen door den stoombootdienst op de Hont of Westerschelde. Als lid der gedeputeerde staten was hij voorzitter der commissie van dien stoombootdienst. Reeds lang te voren was door zijn initiatief een commissie gevormd, die den stoombootdienst tot stand bracht van Walzoorde (Hontenisse) naar Vlake, in plaats van den veerdienst met een kleine zeilboot, 1879. Toen rees bij hem het plan op Hulst met Walzoorde en de boot te verbinden door een stoomtram, om zoo het land van Hulst een betere verbinding met Noord-Brabant en Holland te bezorgen. Het was zijn levenstaak, zeide hij. Een concessie-aanvraag, 1881, aan de Staten had voor gevolg een omnibusdienst in 1882. Nog tweemaal had een gelijke vraag plaats zonder resultaat. 1896 slaagde de heer van den Broeck van St. Nicolaas en verleenden de Staten van Zeeland de concessie met een flinke subsidie, dank de taaie volharding van den heer van Waesberghe in het pleiten voor zijn tram. Op den dag van het openingsfeest, dat hij nog bijwoonde 20 Sept. 1903, werd hij ongesteld, de toestand verergerde en 24 September overleed hij. De groote deelneming bij de teraardebestelling toonde den breeden werkkring van den ontslapene. Sinds 1874 tot 1894 was hij nog voorzitter van de landbouwmaatschappij in Zeeland geweest en lid der Commissie van toezicht op de proefvelden. Bij Koninklijk besluit 1894 was hij tot commissaris benoemd voor de te sluiten overeenkomsten met België over de afwatering der polders in Vlaanderen, over de regeling
van het bestuur der in Nederland en in België gelegen polders. Hierover hield hij nog conferenties te Gent 1903. Als voorzitter der Centrale R. Kath. kiesvereeniging en medeoprichter der vereeniging van St. Vincentius a Paulo, was hij voortdurend werkzaam en nog altijd de ziel van vele katholieke werken.
L. van Waesberghe was gehuwd 17 Sept. 1887 met Martina Maria Antonia Janssens van Tilburg, zuster van den aartsbisschop Janssens van New-Orleans. Zij schonk hem 8 kinderen en overleed 24 Nov. 1895. Twee zijner zonen zijn werkzaam als missionaris; August in de binnenlanden van Afrika in de Missie der Witte Paters van Lavigerie; Eduard werkt met vrucht onder de Indianen van Oklahoma in Amerika.
De oudste, Frans, volgde zijn vader op als burgemeester, Josef, overl. 24 Nov. 1923, als lid der Provinciale Staten. Zij volgden het voorbeeld van den vader in het behartigen van het algemeen belang van stad en streek. Hun naam blijft verbonden aan de oprichting der gasfabriek, der St. Willebrordus-school, der middelbare handels-, landbouwen ambachtsscholen, aan de stichting van den R.K. Volksbond en van andere sociale vereenigingen in Hulst. Het doortrekken van den arm van het kanaal van Neuzen naar Hulst, een werk, dat door de belgische revolutie halfweg is blijven steken, werd door hunnen steun weder druk besproken en op het tapijt gebracht. Zoo zou Hulst, dat door de indijkingen zijn vaart op de Schelde heeft verloren, weder een verkeersweg te water terug bekomen.
Zie: Terneuzensche courant 26 Sept. 1903; Zelandia, 23, 26 en 29 Sept, 1903, en 26 Nov. 1913.
Fruytier