[Vogels, Peregrinus]
VOGELS (Peregrinus), geb. te Roermond 1575, overl. aldaar 4 October 1649, was J.U.L., studeerde aan de hoogeschool te Leuven, werd aldaar 14 Juli 1607 tot licentiaat in de godgeleerdheid bevorderd; de theses, die hij bij deze gelegenheid verdedigde, droeg hij aan den magistraat zijner geboortestad op, waarvoor deze hem een geschenk van dertien Philipsdaalders aanbood. Na eenige jaren pastoor te Nederweert en landdeken van het district Weert geweest te zijn, verwierf hij in 1629-1634 een kanunnikaat bij het kapittel van O.L. Vrouw te Aken en werd er tevens aartspriester, eerste plebaan der stad en president van het synodaal gerecht, stichtte en doteerde 10 Augustus 1646 ten voordeele zijner bloedverwanten drie nieuwe kanunniksprebenden, waarvan hij de collatie levenslang aan zich hield. Het kapittel keurde deze stichting goed en Vogels trad nu zelf als kanunnik op. Twee der naaste en oudste leden zijner familie, de twee oudste domheeren en de twee oudste schepenen van Roermond, waren na hem met de vergeving der nieuwe prebenden belast. Ook bisschop Creusen gaf, bij brieven van den 31en Januari 1653, zijn goedkeuring aan deze stichting. In datzelfde jaar vinden wij dan ook reeds drie nieuwe kanunniken der stichting opgeteekend n.l. Conrardus Vogels, Antoon Vorsterman en Petrus Poeyn. In 1649 benoemde Paus Innocentius X, ingevolge den twist tusschen de familie Cox, hem ‘jure devoluto’ tot deken der domkerk en eenige weken later, in Februari, schonk Philips IV, koning van Spanje, hem den bisschoppelijken zetel van Roermond, die sedert tien jaren ledig stond. Jammer, mocht hij de tijding van zijn verheffing tot die hooge waardigheid niet beleven. Eer de brieven uit Rome terug kwamen, werd hij ziek. Den 3en Aug. 1647 maakte hij zijn testament; bij codicil van 1 Oct. 1649 en bij voorafgaande akten had hij ook verschillende familiebeurzen gesticht, o.a. drie studiebeurzen te
Leuven. Zijn erfgenamen waren zijn broeder Conrardus, kanunnik der domkerk te Roermond, zijn zuster Anna Vogels, genaamd van Wachtendonck en de kinderen van haar dochter Margaretha van Wachtendonck en haar echtgenoot Petrus Clercx.
Als kanunnik te Aken komt Vogels in een overdracht d.d. 12 Febr. 1639 voor als voogd der kinderen van wijlen Gregorius Schisseler en Maria Engelen, zijn nicht (oomzegster) en den 21en October 1640 als peter van Anna Maria, dochter van Petrus Clercx en Margaretha van Wachtendonck.
Zie: Maasgouw (1879), 136, 176, (1883), 893 v.; Jos Habets, De studiebeurzen in Nederlandsch Limburg, 113-115; dez., Geschiedenis van het bisdom Roermond II, 492, III 51, 97-98, 636-637. Overdracht van Venlo d.d. 12 Febr. 1639 op het rijksarchief te Maastricht. Jan Verzijl, Aanteekeningen over de familie Clercx te Venlo.
Verzijl