[Vlaming van Outshoorn, Dirk de (1)]
VLAMING VAN OUTSHOORN (Dirk de) (1), geb. (buiten Amsterdam) in 1574, overl. te Amsterdam 8 Aug. 1643, zoon van Cornelis (2) hiervóór en van Margaretha Wuytiers.
Hij was koopman te Amsterdam, handelende in ‘de Comp. van D.W.’ met zijn neef Willem Nooms van Aarlanderveen en in ‘de Comp. van D.I.V.W.’ met denzelfden en met zijn zwager Jan Cornelis Geelvinck. Hij was heer in Heemstede, nevens Pieter van Ruytenburgh, Adriaan Pauw en Jacob Bicker. In 1621 gingen de aanspraken dier heeren over op Adriaan Pauw. Dirk de V.v.O. kocht in 1627 van Margaretha van Mechelen (minnares van prins Maurits) de heerlijkheid Oudshoorn en Gnephoek en werd daarmee beleend.
Van 1606-18 was hij raad der stad Amsterdam, in 1608, 11, 12, 14 en 15 schepen. Op 3 Nov. 1618 werd hij door prins Maurits met 6 anderen (als kiezende de remonstrantsche zijde) uit hun bedieningen ontzet. In 1630, 33, 35, 40 en 42 was hij burgemeester van Amsterdam, van 1637-39 Gecommitteerde raad, van 1641-43 Gedeputeerde ter Admiraliteit van Amsterdam en 22 Mei 1643 Raad ter Admiraliteit aldaar. Reeds was hij aangewezen als gezant op de vredesonderhandelingen te Munster, doch hij overleed al spoedig na zijn benoeming. In 1604 woonde hij in de Warmoesstraat, bij zijn overlijden op den Singel. In 1631 werd zijn vermogen geschat op ƒ 140.000.
Door een kunstenaar liet hij een prachtig stamboek van zijn familie en aanverwanten vervaardigen. Het bevat tal van stamboomen en kwartierstaten met vele wapens in goud en kleuren en prachtige afbeeldingen van kerkramen, huizen en buitenplaatsen. Dit boek was in het bezit van B.C. baron van Reede van Oudtshoorn te Assen (overl. 1923); het bevat ook eenige ‘voorschriften en levensregelen’ voornamelijk voor zijn zoons, die den vader als een vroom, voorzichtig en bescheiden mensch doen kennen.
Dirk de V.v.O. huwde te Amsterdam 14 Sept. 1604 met Wijntje (Wendela) van Bronckhorst, geb. in 1586 of 87, overl. te Amsterdam en bij haar man op het hoogkoor der O.K. begraven 11 Febr. 1647, dochter van Vincent en van diens eerste vrouw Margaretha Haeck. Het echtpaar, dat, wonende op den Singel, 15 Aug. 1640 voor notaris Bruyningh testeerde, werd door Mierevelt geportretteerd. In 1879 waren deze schilderstukken op de Historische tentoonstelling te Amsterdam (zie