Sandick, een gouden borstplaat ten geschenke kreeg met de inscriptie ‘Quassie trouw aan de blanken’. Op een van die tochten ontdekte hij datzelfde jaar het bekende bitterhout, Quassia amara Lin., dat al spoedig in de heele kolonie als geneesmiddel bekend werd. De daar gevestigde zweedsche kolonist C.G. Dahlberg bracht het vandaar over naar Zweden, waar Linnaeus er een verhandeling over schreef. Er kwam al spoedig vraag naar dit artikel, waarvan voor het eerst, in 1766, 345 amsterd. ponden te Amsterdam werden aangevoerd. Ook de G.G. Mauricius (dit deel kol. 849) wist dezen man naar waarde te schatten. De in 1742 opgerichte Geoctroyeerde Surinaamsche Mineraalcompagnie, die zich bezig hield met het zoeken van mineralen, edelgesteenten of andere verhandelbare stoffen, legde mede beslag op zijn diensten. Nadat de G.G. hem vrijgekocht had (1744) van den heer van Zuylen van Nyevelt te Rotterdam, den eigenaar van Nieuw-Timotibo, gelegen aan de Perica, schijnt het, dat de keus van dezen verdienstelijken landvoogd op Q. gevallen is, toen hij trachtte in het geheim te onderzoeken of een duurzame vrede met de boschnegers mogelijk zou zijn. Zoo ver ging zijn vertrouwen, dat hij zijn jongsten zoon Andreas door hem onderwijs liet geven in het negerengelsch, het caraibisch en het arrowaaksch, groot taalkenner als deze eenvoudige neger was. De G.G. Jan Nepveu (1768-79) stelde hem in staat een reis naar Nederland te maken, voorzien van aanbevelingsbrieven van eerstgenoemde en van den kolonel Fourgeoud. Daar behandelde men hem met onderscheiding en genoot hij de eer aan den stadhouder Willem V te worden voorgesteld. In Stedman's Reize naar Suriname komt zijn beeltenis voor, waarin hij den fraaien met goud geborduurden rok draagt, dien hij van den stadhouder ten geschenke had gekregen. Volgens denzelfden auteur had Q. reeds in 1712, toen de fransche admiraal Jacques Cassard zich van de kolonie trachtte meester te
maken, als trommelslager dienst gedaan.
Zie: van Sypesteyn, J.J. Mauricius ('s Gravenh. 1858); Stedman, Reize in Suriname II; Mauricius, Recueil van egte stukken en bewijzen .... enz.; tijdschrift West- Indië II, 184; Bueno de Mesquita en Oudschans Dentz, Geschiedk. tijdtafel van Suriname 1613-1924 (Paramaribo 1925).
Bartelds