giel Pompen Pietersoon; zijn zoon had volgens de kwartieren op zijn grafzerk Schetz tot grootmoeder paternel (zie Navorscher, als beneden, de zerken no. 130, 131 en 132).
Michiel koopt van Sophia van Bellinchuysen, weduwe van Willem de Horion, de heerlijkheid Meerdervoort. Tijdens zijn huwelijk woonde hij te Haarlem, doch vestigde zich daarna te Dordrecht. Hij was lijnwatier, werd weesmeester en in 1623 schepen van Dordrecht, in 1623 thesaurier en in hetzelfde jaar bewindhebber der W.I. Comp. ter kamer van Dordrecht.
Pompe huwde te Dordrecht 5 Aug. 1601 met Maria Sasbout, geb. ald. 15 Maart 1578, overl. te Middelburg 13 Nov. 1629. Zij was de dochter van Mathijs en van Maria Thijsdr. van der Tijt (of wel: Maria van der Teydt van Aelst) en hertrouwde met Cornelis van Alderwerelt. Van hun 10 kinderen volgen Michiel Pompe van Meerdervoort en Mathijs Pompe van Slingeland; de andere kinderen zijn jong overleden.
Zie: Nederl. Adelsboek (1916), 121; Balen, Beschr. van Dordrecht, 1184; Navorscher LIV (1904), 101-103; Wildeman en de Blocquery, Geneal. Kwartierstaten; Mdbl. Ned. Leeuw, XXX, 241.
Regt