[Poelgeest, Gerrit van 10]
POELGEEST (Gerrit van) (10), geb. 1545, overl. vóór 26 Juli 1614, zoon van Gerrit (9) en van Goyaert van Malburg.
Zijn biografie staat reeds in dl. V, kol. 523; hij wordt hier nog eens vermeld, wegens de plaats die hij in de stamrij inneemt. In 1565 beleend met de goederen Poelgeest, Hoogmade en Koudekerk, heeft hij, ridder, zich in zijn ambtelooze jaren bezig gehouden met de restauratie en verfraaiing van zijn voorvaderlijk slot; de toegang tot de kapel zijner familie in de kerk te Koudekerk werd met een aparten ingang voorzien (gedenksteen van 1603) en bijna geheel tot grafkapel ingericht. Hij schijnt een liefhebber van oudheidkundige nasporingen te zijn geweest; in Schotel's Abdij v. Rijnsburg wordt op bl. 15 en 325 meegedeeld, dat hij in 1613 met Albert v. Schagen opgravingen liet doen ter plaatse van de voormalige abdij. Op blz. 173 a.w. wordt hij in 1601 als rentmeester der abdij vermeld.
Hij huwde omstr. 1580 met Anna van Glimes (Anna van Bergen), overl. 30 Mei 1611, dochter van Ferry, heer van Houtwoedere, Carterle etc. en van Anna Sterck Gerardsdr. en won volgens S.v. Leeuwen, Bat. Ill. zeven kinderen. De oudste zoon was Ferry van Poelgeest, heer van Hoogmade, ook wel Ferrand genoemd, hij overleed kinderloos 13 October 1612, na Josina van Zuylen van Drakenborch (‘der schouten dochter en zuster van Utrecht’) tot gade te hebben gehad. De tweede zoon, Gerrit (11) volgt. Een dochter Anna,