wapen voerde) en van juffer Peter (ken) van Echtelt. Gerrit zegelt het huwelijksverdrag met het gewone wapen van Poelgeest, met den opvliegenden arend als helmteeken. Hetzelfde wapen gebruikt hij als hij en zijn gade Juffer Goerdt v.M. in 1552 met Dirk v. Malburg deelen en zij daarbij o.a. het uitzicht hebben om na den dood van Wouter van Baexen en gade Peter, een goed in de Neder-Betuwe te verkrijgen.
Juffr. Goyaert v. Malburg overleed te Zalt Bommel 5 Aug. 1594 en werd aldaar in de St. Maartenskerk begraven. Haar grafzerk wordt daar nog heden aangewezen, maar een rouwbord met 4 kwartieren, in de kerk te Koudekerk opgehangen, is sinds lang verdwenen. Zij liet drie zoons na, waarvan Gerrit (10) volgt. Otto is als kapitein ongehuwd overleden, terwijl Jasper (Caspar) in dl. V kol. 523 voorkomt. Ofschoon meestal wordt beweerd dat deze in 1597 is overleden, werd hij 11 Sept. 1597 wegens de edelen benoemd tot raad ter admiraliteit op de Maas en 10 Mei 1601 tot gecommitteerde ter admiraliteit van Amsterdam. Hij stierf dan ook te Amsterdam in 1603. Den 17en Sept. 1591 huwde hij met Margaretha van Dorp, wed. van Jhr. Jan du Bosch. Zij overleed 14 Juni 1597, was de dochter van den bekenden Arend v.D. (dl. V, kol. 139) en van Antoinette Grellet de la Roche Breteau en liet een dochter na, Maria van Poelgeest, geb. 20 Sept. 1595. Deze, wonende in Voorschoten, doch domicilie houdende te Zevenbergen, huwde 29 Sept. 1624 in de R.K. kerk, O. Molstraat te 's Gravenhage met Jhr. François de la Torre, heer van Valckenisse, wonende te 's Gravenhage. Maria werd 31 Oct. 1635 te 's Gravenhage in de Gr. Kerk begraven.
Zie: Alg. Ned. Familiebl. XV (1902) 302, XVI (1903) 22; Wapenheraut XIII, 249; Leidsch Jaarboekje (1912), 75; Documentatiebureau van het genootsch. ‘de Ned. Leeuw.’
Regt