[Plenevaulx, Wencelaus de]
PLENEVAULX (Wencelaus de), kartuizer, overl. te Diest 10 Jan. 1621. Hij trad omstreeks 1567 in het kartuizerklooster van den H. Bartholomeus in Jeruzalem buiten Delft, alwaar hij een jaar later als monnik werd geprofest. Hij was de laatste, die in dit huis de professie deed. In 1571 was het convent wegens de troebelen genoodzaakt om zich binnen de stad te vestigen. In 1572 werd de chartreuse buiten de Waterslootpoort geheel door de Geuzen verwoest. Doch weldra was het convent ook in zijn refugiehuis niet meer veilig. De prior Jan van Esch (zie art.) gelastte zijn monniken en broeders om ijlings uit te wijken. Wencelaus ontsnapte nauwelijks aan mishandelingen en vond een gastvrije cel in het kartuizerklooster Monnikhuizen bij Arnhem. Van hier zonden zijn superieuren hem vervolgens naar een klooster van de Rijnprovincie. Daarna heeft hij achtereenvolgens de kartuizerkloosters van Seillon (Ain) en Bonlieu (Jura) in Frankrijk als prior op voortreffelijke wijze bestuurd. Nadat hij vervolgens eenigen tijd had verblijf gehouden in de Grande Chartreuse bij Grenoble, zond men hem naar het klooster bij Diest, waar hij bleef tot aan zijn dood. Hij heeft niet minder dan 54 jaren ‘laudabiliter’ volgens den strengen regel van Sint Bruno geleefd.
Zie: L. le Vasseur, Ephemerides Ordinis Carthusiensis I (Monstrolii 1890), 42; Maison de t'Ordre des Chartreux, Vues et Notices II (Parkminster 1915), 250.
Scholtens