[Parvé, Daniel Couperus Steyn]
PARVÉ (Daniel Couperus Steyn), geb. te Batavia 27 April 1812, overl. te Londen in 1882, zoon van Jan Adriaan S.P., lid van de Algem. Rekenkamer te Batavia, resident van Madoera en Soemenap, en van Anna Gerhardina Couperus. Hij werd 26 Aug. 1829 te Leiden student, na de voltooiing zijner studiën O.I. ambtenaar en nam in 1850 zijn ontslag. Sedert dien tijd woonde hij te Londen.
Hij schreef na zijn ontslag uit den dienst de volgende werken: Het koloniaal Monopoliestelsel getoetst aan geschiedenis en staathuishoudkunde ('s Gravenhage 1850); hetzelfde werk, nader toegelicht (Zalt Bommel 1851); Geschiedenis van het munt- en bankwezen van Ned.-Indië, sedert de herstelling van het Nederl. gezag in 1816 (Zalt Bommel 1852); De toekomstige wijze van beheer en verantwoording der geldmiddelen van Nederl.- Indië, ingevolge art. 60 der grondwet, beschouwd in verband tot hetgeen daaromtrent thans is verordend in onze en in eenige vreemde koloniën (Zalt Bommel 1852); De Bijbel, de Koran en de Veda's. Tafereel van Britsch- Indië en van den opstand des inlandschen legers aldaar. Met een voorrede van prof. P.J. Veth (Haarlem 1858-59, 2 dln. met portr. en kaarten); De handelingen van James Brooke op Borneo, getoetst aan de officieele Engelsche bescheiden en bestaande traktaten (Haarlem 1859); De godsdienstige opwekking in Engeland beschreven en vergeleken met vroegere soortgelijke verschijnselen in Amerika en Europa (Amsterdam 1860); Geschiedenis van Italië van 1789 tot de laatste tijden (Amsterdam 1861, 2 dln.); Overzicht van het handelsverkeer tusschen Nederland en Engeland, ontleend aan Engelsche bronnen en in verband gebragt met de belangen van den vaderlandschen handel, landbouw en veestapel (Amsterdam 1867); Java, of hoe eene kolonie moet bestuurd worden. Uit het Engelsch van J.B.W. Money, en met aanteeken. voorzien (Zutphen 1861, 2 dln.).
Zie: Mdbl. Ned. Leeuw XXVI, 242; Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenboek, art. Parvé; Frederiks en v.d. Branden,
Biogr. Wdb. Ned. Letterk., 591.
Regt