[Os, Alardus de]
OS (Alardus de) was een door Wenceslaus hertog van Brabant en zijn echtgenoote Joanna zeer gewaardeerd dienaar en huisgenoot. In 1363 was hij meer dan 30 jaren in dienst der vorstenfamilie en had hij als het hoofd hunner vertrouwde raadslieden het hardst gewerkt. 1357 vroeg de hertog aan den Paus voor zijn receptor, Alard de Os, de gunst, dat hij, ofschoon rector der kerk van Chaam, een uitstel van zeven jaar verkreeg om zich niet verder te laten wijden dan subdiaken, omdat hij een slechte gezondheid genoot. Toen de hertog 1363 een kanunnikdij voor hem vroeg in Doornik, werd hij dan ook slechts clericus genoemd. De aanvrage vermeldt wel, dat hij de proostdij van St. Pieter te Leuven bezat en een prebende in Sint Goedele te Brussel, maar niet, dat hij de pastorij van Chaam had verkregen. Waarschijnlijk had hij er afstand van gedaan. Uit een aanvrage van 1342 blijkt, dat hij toen nog niet voorzien was van de kerk van Chaam. Alardus de Os was proost van St. Pieter, 1336 tot 1363, rentmeester van Brabant en ontvanger en raadsman van den hertog. Als proost van Loven en rentmeester van Brabant komt hij als getuige voor in de oorkonde van 1 April Donderdag na Paaschdag, 1350, waarbij Jan van Brabant het land van Breda verkoopt aan Jan van Polanen. In het necroloog der abdij van Park, waar zijn jaargetij gesticht was, wordt hij op 4 September aangeteekend. Hij overleed in 1364.
Zie: Isacker-Berlière, Lettres de Clément VI (Rome 1924), no. 635; Berlière, Suppliques Innocent VI (Rome 1911), no. 800; A. Fierens, Suppliques d' Urbain V (Rome