[Oeijen, Willem van (2)]
OEIJEN (Willem van) (2), overl. te Venlo 1613, zoon van Johan, was rentmeester van Venlo in 1574, peijburgemeester 1 Januari tot 20 Maart 1579 en wederom sedert 9 Juli 1586, nadat de protestantsche Magistraat op 28 Juni, na de wederverovering der stad door de Spanjaarden, afgezet was; kocht in 1591 den hof Bosch te Leuth (bij Venlo) van Dirk van Belfen, waarmede hij 3 December 1591 werd beleend. Hij verpachtte 8 Sept. 1577 zijn hof ten Eicken te Bracht aan den toenmaligen halfman voor acht jaren, leende in 1578 aan de gemeente Leuth een kapitaal, waarvoor jaarlijks 3½ daalders rente betaald moest worden, in 1580 was genoemde gemeente hem een jaarlijksche rente van drie malder rogge en twee malder wintergerst schuldig.
Uit zijn huwelijk met Agnes van Roosteren had hij twee zoons: Winand (geb. te Venlo 1561, overl. te Leuth 29 Mei 1616) bezocht 21 October 1577 en 14 Januari 1578 met zijn broeder Johan de stadsschool te Venlo, was raadsverwant 1586, huwde met Maria van Vogelsanck, dochter van den venloschen burgemeester Johan van Vogelsanck, waarvan een zoon Johan (1) (zie artikel). De andere zoon was: Johan (geb. 1563), kocht 7 Januari 1626 te Venlo met zijne echtgenoote Catharina twee morgen land gelegen buiten de Laarpoort van de echtelieden Mathias Hinssen en Anna van Luick; hij had tot zoon wederom een Joannes welke 13 Juli 1623 te Venlo met Helena Floris Gerardsdr. huwde, waarvan twee kinderen: Joannes (ged. te Venlo 31 Januari 1624) en Hendrik (ged. te Venlo 14 October 1625).
Zie: Maasgouw (1881), 446, 447, (1906) 54; Naamlijsten der jongens en meisjes van de stadsschool met aanteekening van de door den rector ontvangen schoolgelden (1577-78, 1587-1607) (stadsarchief van Venlo no. 1770); Overdrachten van Venlo dd. 9 Nov. 1622, 21 Jan. 1623, 7 Juli 1623, 7 Jan. 1626 en 9 Maart 1633 op het Rijksarchief te Maastricht; Leopold Henrichs und Johann Finken, Geschichte der Herrlichkeit Leuth 209, 231-232.
Verzijl