[Nieuwenhof, Johannes]
NIEUWENHOF (Johannes) of Niehovius, geb. te 's Hertogenbosch, kanunnik-regulier van St. Augustinus in de priorij Corsendonck bij Turnhout, overleed 1606, waarschijnlijk 26 Dec., te Zoersel. 1578 had hij, wegens de gevaarlijke tijdsomstandigheden door den opstand en krijg, met de andere kloosterlingen Corsendonck moeten verlaten. Nadat de verspreide kloosterlingen drie jaren bestuurd waren door een rector in plaats van een prior, had 1590 eene keus plaats en werd Joannes Nieuwenhof benoemd. Hij nam nu zijn verblijf bij den procurator te Turnhout. Nieuwenhof kon met den procurator niet overeenkomen; er ontstond een voortdurend verschil. Deze procurator was als rector na den dood van den prior 1587 al bestuurder geweest van Corsendonck. Zware klachten en beschuldigingen waren tegen hem geuit. Het kapittel, gehouden te Brussel 1589, eischte een strenge rekenschap. Nieuwenhof had steeds gewoond in het land van Gulik, was als pastoor daar werkzaam geweest, maar had ook de ruwe manieren van het landvolk aangenomen. Om hun getwist werden beiden geroepen voor den priorvisitator van het Roode klooster bij Brussel. Ten slotte, ter wille van den vrede, werd de prior 1604 ontslagen. Daarna bestuurde Nieuwenhof de parochie Zoersel in Brabant tot zijn dood, vermeld in het obituarium van het klooster (niet bij Sanderus of Welvaarts) op 26 Dec. 1606.
Zie: Sanderus, Chorogr. Sacr. Brab. II, 110; I. Welvaarts, Gesch. van Corsendonck II, 176; v.d. Gheyn, Nécrologe de Corsendonck in Annales acad. royale d'archéol. de Belg. (Anvers 1901), 5 serie III, 341; Bijdragen tot de geschiedenis XVI (1925), 290; Latomus - Hoybergius, Corsendoncka sive Coenobii Ord. St. Aug. de Corsendoncq origo et progressus (Antv. 1644) 33.
Fruytier