[Molenaer, Adrianus de]
MOLENAER (Adrianus de), bernardijn, geb. te Antwerpen 1522, overl. aldaar 20 Nov. 1569, trad in de Cisterciënser-priorij St. Salvator of Potklooster te Antwerpen, waar hij 16 Jan. 1541 de kloostergeloften aflegde. 1554 werd hij priester gewijd en bekleedde gedurende eenige jaren het ambt van cellier. Hij werd gekozen tot prior van Bethlehem in Wateringen 1557 of 1558, dat hij meer dan 10 jaren bestuurde. Door eenigen belasterd, keerde hij naar het klooster te Antwerpen terug en overleed aldaar 1569 (Graf- en gedenkschriften prov. Antwerp., IV 217-226, lijst der monniken van St. Salvator). 1562 had prior Adr. Molenaar een jongen monnik Petrus Mecus van St. Salvator aangenomen als lid der priorij van Wateringen. Reeds het volgend jaar moest hij aanzien, dat deze de vlucht nam ‘cum vili prostibula’ en het katholieke geloof verloochende. 1563 was prior Adr. Molenaar aanwezig in den Haag op de vergadering der geestelijkheid om te bepalen, welke bijdrage in de kosten voor de afgevaardigden naar het concilie van Trente zou betaald worden. Het zegel van Adr. de Molenare, prio. conv. de Beth. in Watering, komt voor in v. Alkemade, Beschr. van de abdij Leeuwenhorst (hs. in Warmonds seminarie), en hing aan een afschrift van een bul van paus Innocentius VIII, die de privileges der cisterciënsers vernieuwde. Van Heussen bezat van hem een brief van affiliatie.
Zie: Bijdr. bisdom Haarlem XVII, 35, XXIV, 265; Römer, Kloosters en abdijen in Holland I, 321.
Fruytier