hage 1614, 2 dln. fol.). Op den titel staat: ‘nu de laestemael by den autheur voor sijn doodt merckelijck verbetert’, wat wel de waarheid, maar niet de geheele waarheid is. De latere drukken van van Meterens werk zijn alle herdrukken van de officieele editie van 1614 ('s Gravenhage 1623, fol.; Amsterdam 1647, fol.; ibidem 1652, fol.; ibidem 1663, fol.; Gorinchem, Breda 1748-1763, 10 dln. 8o). Een latijnsche vertaling is: Belli civilis in Belgio gesti historia, ab anno 67 usque ad annum 1610 deducta. Opus novum a Belgicis.... et aliorum commentariis concinnatum a Gaspare Ens (Arnhem 1623, fol.). Duitsche vertalingen zijn: Eigentliche und vollkommene historische Beschreibung dess Niederländischen Kriegs ..... (Amsterdam 1627-1640, 4 dln. fol.) en: Meteranus novus, das ist Warhafftige Beschreibung aller denckwürdigsten Geschichten, so sonderlich in den Niderlanden auch sonsten in andern Reichen, von Anfang der Regierung Philippi Audacis .... bis auff .... 1612 sich zugetragen. Beschrieben in XXXII Bücher (Amsterdam 1633-1635, 2 dln. fol.). Eindelijk is een fransche vertaling: L'histoire des Pays Bas
.... depuis l'an 1315 jusques à l'an 1612. Corrigé et augmenté par l'autheur mesme .... Traduit du Flamend en Françoys par J.D.L. Haye (Amsterdam 1670, fol.).
Het werk van van Meteren behoort nog altijd tot de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van onzen opstand tegen Spanje. De schrijver heeft zeer veel documenten weten te verzamelen, die voor zijn geschiedenis dienstig waren; ook van leden der regeering en andere invloedrijke personen ontving hij stukken. Ook uit oudere auteurs, Pontus Heuterus, Bor en anderen, heeft hij met verstand zeer veel geput. Hij heeft een voorzichtige kritiek toegepast. In zijn voorrede zegt hij, dat hij veel dienst heeft gehad van de mededeelingen en verhalen van personen van beide partijen; hij was zoo in de gelegenheid hun berichten met elkander te vergelijken en koos dan in den regel het bericht, ‘tgeen hem dacht met de minste passie geschreven te zijn’ en dus het meest met de waarheid te stroken. Zeer belangrijk zijn de mededeelingen van van Meteren over handel en zeevaart; zijn berichten over de tochten naar het Noorden en naar Indië hebben groote waarde. Ook is hij natuurlijk over Engeland en zijn betrekkingen tot de Nederlanden zeer goed ingelicht. Dat hij in beginsel aan de zijde van den opstand staat, spreekt van zelf; objectief kan hij natuurlijk niet zijn. Maar hij was zacht in zijn oordeel; terecht zegt van Reydt, ‘dat hij om eenige te behagen en anderen niet te vertoornen, overal milder is met prijzen als met laken’. Een stilist van beteekenis was hij niet; hij is droog en stroef en komt zelden tot verheffing.
Zijn portret is gegraveerd door E. de Boulonois, R. de Baudous en een onbekend kunstenaar.
Zie: de Wind, Bibliotheek der Nederlandsche geschiedschrijvers 257 vlg., 561 vlg.; Fruin, Verspreide Geschriften I, 187, 191, II, 115 vlg., 209, 296, III, 77, 110, 227 vlg., VII, 111, 303 vlg., 364, 375 vlg., 383 vlg., VIII, 406 vlg., IX, 5 vlg., 94, 275, X, 85; Blok, Gesch. v.h. Ned. Volk, 2e dr. II, 354, 383, 479, 671 vlg., en de daar aangehaalde bronnen; Verduyn, Het leven van E.v.M. (den Haag 1926).
Brugmans