[Merwyck, Willem van (1)]
MERWYCK (Willem van) (1), overl. 1585, heer van Kessel enz. zoon van Caspar (1) en van Margaretha van Welzow, beleend met Kessel 25 Sept. 1555, na 6 Sept. 1555 uitstel te hebben gekregen, werd in Aug. 1566 met Caspar van der Lippe gen. Hoen heer van Grubbenvorst enz. naar Nijmegen afgevaardigd om middelen in het werk te stellen tot afschaffing der inquisitie. Den 4. Nov. van dit jaar, toen de gezanten der geldersche kwartieren te Nijmegen vergaderden, verschenen hij en Caspar van der Lippe als vertegenwoordigers der ridderschap, ook was hij 18 Nov. 1566 te Brussel afgevaardigd naar Margaretha, hertoging van Parma, en was drossaard van het ambt Montfort sedert 7 April 1570-1571.