[Mauricius, Andreas]
MAURICIUS (Andreas), geb. 1720, gest. te Paramaribo 1754. Hij was de zoon van J.J. Mauricius, die volgt, en van Alida Pauw. Toen zijn vader in 1742 tot G.G. van Suriname benoemd was, nam deze zijn gezin met zich mede en zoo werd Andreas in 1743 aangesteld tot ontvanger der in- en uitgaande rechten, waarna in 1751 zijn aanstelling tot eersten ontvanger der Ed. Societeit volgde en tevens die van vendumeester, welke betrekking hij als opvolger van zijn broer Pieter, die volgt, van 1744 af, reeds tijdelijk had waargenomen. Met zijn vader was hij o.a. beheerder van de plantage la Rencontre, een bezitting van den graaf de Neale, den erfgenaam van Suzanna van Kinkhuyzen, wier moeder de tweede vrouw was van den bekenden in 1696 uit Loevestein naar Suriname ontsnapten burgemeester Simon van Halewijn (dl. IV, kol. 704). Ook had hij het opzicht over de ontginning van de 500 akkers land, die de directeuren der G.S.S. den G.G. in 1745 kosteloos hadden afgestaan. Daar deze er heel wat geld in gestoken had, was er hem bij zijn aftreden veel aan gelegen, dat die ontginning, Bilwaarder thans Belwaarde, onder nauwgezet familiebeheer stond. Eveneens nam hij voor hem waar de administratie van de suikerplantage la Simplicité (het vroegere Zandpunt), die de G.G. in 1743 gekocht had.
Hij stierf kinderloos.
Zie: v. Sypesteyn, Mr. J.J. Mauricius ('s Gravenh. 1858).
Bartelds