Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 846]
| |
en van Margaretha Vervloet, overl. 25 Jan. 1786, en beiden onder één zerk begraven in de kerk der Wilhelmieten te Huybergen. Jacoba overleed te Turnhout op het begijnhof 27 Mei 1807, zij was het vijfde der dertien kinderen. Jacoba was kloosterlinge van de orde der kanunnikessen van het H. Graf of Sepulchrienen te Turnhout sinds 1753 en droeg den kloosternaam van Maria Victoria. Zij werd 12 Sept. 1781 tot overste, priorin, gekozen. Haar bestuur viel in de hachelijkste tijden voor de kloosters. Eerst dreigde haar de opheffing door keizer Jozef II. 9 April 1789 diende zij een verslag in over haar klooster met opgave van de eigendommen, bronnen van inkomsten en lasten, eigenhandig geteekend. De zusters hadden zich steeds gewijd aan het onderwijs. Dit redde haar bestaan. 4 Oct. 1796 moest zij opnieuw een procesverbaal teekenen nu van den commissaris der fransche Republiek over den staat van haar klooster, waar 14 kanunnikessen waren, 7 werkzusters en 3 novicen. Met geweld werd de priorin Marie Victoire Mattenburch uit haar klooster gezet, 1797. Zij vestigde zich metterwoon op het begijnhof, met enkele zusters. Aan den goeden geest, welke de priorin had doen heerschen onder hare zusters, is het wel te danken, dat haar klooster eenige jaren na haren dood hersteld werd. Hare zuster Antonia, ged. te Oud-Gastel 7 April 1733, kloosterlinge van de orde van St. Franciscus te Antwerpen, was als moeder Delphine overste, toen zij met hare kloosterzusters werd verjaagd door de fransche revolutionnairen. Zij woonde bij hare zuster op het begijnhof te Turnhout en overleed aldaar hetzelfde jaar in Augustus. Zij hadden nog twee zusters Laurentia, ged. te Gastel 7 Sept. 1734 en sinds 1755 ongeschoeide carmelietes te Huy en daarna te Antwerpen. Zij werd eveneens tijdens de revolutie op straat gezet. Hare zuster Cornelia Josepha, geb. te Oudenbosch en ged. 26 Juli 1738, had 1 Aug. 1757 in het klooster der norbertinessen te Antwerpen den sluier aangenomen, als zuster Constantia. Reeds 1783 werd zij door de wetten van Joseph II uit haar klooster verdreven en na een verblijf te Mechelen, en daarna te Antwerpen, overleed zij aldaar 10 Mei 1819. Zie: Taxandria X (1903), 152-153; Jansen, Turnhout in het verleden en heden (Turnhout 1905) II, 13, 223, III, 136, 137. Fruytier |
|