[Maire, Hans le]
MAIRE (Hans le), een uitvinder uit de eerste helft der 17e eeuw. In den tijd, toen men uitsluitend open vuurhaarden gebruikte, waarbij in hoofdzaak de stralende warmte diende voor de verwarming der woonvertrekken en het nuttig rendement der brandstoffen grootendeels door den schoorsteen trok, moet het voor zijn landgenooten een hoopvolle tijding geweest zijn, dat hij met Hendrik le Maire en eenige anderen samen op 9 Augustus en 11 November 1615 van de Staten-Generaal octrooi verworven had, om voor den tijd van 10 tot 20 jaar, zoowel in den Haag als in Delft, een middel in practijk te brengen, ten einde het stof en het vuil van de schotsche kolen, dat uit den schoorsteen opstijgt en daar de lucht verontreinigt, binnenshuis te doen blijven. Hoe het met die proefneming gegaan is, meldt de geschiedenis niet. Hans woonde toen in den Haag en is waarschijnlijk later naar Amsterdam verhuisd. Volgens de doopboeken der Nieuwe kerk aldaar, is een le Maire van dien naam vóór 1620 gehuwd met Catrina of Katelijna Kip (wordt ook als Kijck of Kick vermeld).
Zie: Resolutiën der Staten-Generaal ‘meer onmiddellijk betreffende de geschiedenis der beschaving’ medegedeeld door J.J. Dodt van Flensburg, Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen inz. van Utrecht VI (1846), 372, 374, 381 (ald. VII, 61 komt Mr. Hendrick le Maire nogmaals voor in verband met een ander octrooi); Collectie waalsche gesl. in de Biblioth. wallonne te Leiden.
Bartelds