[Lijnden, Jan van (2)]
LIJNDEN (Jan van) (2), derde heer van Hemmen, heer van Boedelham en den Musschenberg, geb. omstr. 1410, overl. 13 April 1473, zoon en opvolger in de stamreeks van Dirk (2), tweeden heer van Hemmen, en van Aleyd van Winssen.
Jan, ten onrechte in Nederl. Adelsboek ‘erfschenker van Gelre’ genoemd, doet in 1440 een gelofte aan zijn zuster Elisabeth, verkoopt in 1442 goed in Hemmen aan zijn zwager Willem Huecke en komt voor op een riddercedulle van Overbetuwe in 1460.
Hij steunde, evenals zijn vader, hertog Arnoud bij invallen in het hertogdom Gulik en werd door den gelderschen hertog in 1444 tot ridder geslagen. Hij koos in den strijd tusschen hertog Arnoud en zijn zoon de partij des vaders; na de gevangenneming van den ouden hertog vluchtte hij naar den hertog van Kleef. Hertog Adolf belegerde en verbrandde toen het kasteel Hemmen. In 1468 viel Jan v. Lijnden daarop in Gelderland en maakte zich van Doesburg meester, maar werd door hertog Adolf weder teruggeslagen. Toen hertog Karel v. Bourgondië, door den Keizer aangewezen als bemiddelaar tusschen hertog Arnoud en zijn zoon, beiden te Doulens liet samenkomen, was Jan v.L. daarbij tegenwoordig, en toen hertog Arnoud het kasteel te Grave belegerde, werd het door Jan v.L. 28 Juni 1471 bestormd en ingenomen. Hij werd nog 15 Juli 1472 door den hertog tot maarschalk van Gelderland benoemd, doch overleed nog geen jaar later.
Hij huwde op het kasteel Doornik in 1440 Fulkwine (Folswijn) van Randwyck, dochter van Gijsbert en van Elisabeth Pieck. Folswijn, die zich wegens de twisten tusschen hertog Arnold en zijn zoon Adolf, met haar zoon Dirk tijdelijk te Utrecht had gevestigd, woonde als weduwe op de hofstede onder Hemmen, later (1488) bij haar dochter Lijsbeth v.L., gehuwd met Johan van Holthuysen, en overleed in 1489.
Van de kinderen van Jan volgt Steven (2) en gaat Dirk (4) hiervóór.
Zie: Nederl. Adelsb. (1915), 202; Geneal. Herald. Bladen II, 100, X, 314, 315.
Regt