[Limburg Stirum, Pieter Hendrik graaf van]
LIMBURG STIRUM (Pieter Hendrik graaf van) geb. te Arnhem 30 Nov. 1792, overl. te 's Gravenhage 26 Dec. 1875, zoon van Samuel John, die volgt, en van J.S. Reynst.
Hij begon zijn militaire loopbaan als adelborst 1e kl. op 5 Juli 1814, ging evenwel 30 Aug. d.a.v. over in den dienst te lande als 2e luit. der artillerie, werd 13 April 1815 bevorderd tot 1e luit. bij dat wapen en 20 Oct. 1821 tot kapitein. In 1823 benoemd tot adjudant van prins Frederik, maakte hij als zoodanig de gevechten van Hasselt, Bautersem en Leuven mede.
Na het eindigen van het gevecht bij Leuven, en terwijl de daarop volgende onderhandelingen plaats hadden, werd een hevig kanonvuur uit de stad op onze troepen geopend. De kapitein v.L.S. werd als parlementair derwaarts gezonden om den bevelhebber der stad de reden te vragen van deze schijnbaar verraderlijke handelwijze. Hij kwam spoedig terug met een officier, die zijn leedwezen betuigde over het gebeurde, dat geheel strijdig was met de stellige bevelen van den opperbevelhebber der troepen aldaar (Bosscha, Willem II, 571). Wegens een in dienst bekomen verwonding werd hij 20 Mei 1835 gepensionneerd met den rang van majoor en tevens benoemd tot kamerheer van prins Frederik; hij werd in 1841 hofmaarschalk van diens Huis en bekleedde dit ambt tot 27 Sept. 1871, toen hij als zoodanig eervol werd ontslagen en benoemd werd tot grootmeester van het Huis des Konings.
Hij huwde tweemaal: 8 Sept. 1824 te 's Gravenhage met Martha Maria Jacoba Adriana Alting Siberg (1801-1844), dochter van Willem Arnold en van Margaretha Jacoba van der Hoeven. Daarna 16 Oct. 1847 te Londen met Elen Drayton (1813-1870), dochter van Edmund en van Mary Shephard. Uit het eerste huwelijk sproten drie kinderen, o.a. gravin Marg. Jac. Wilh. in 1847 gehuwd met jhr. Mr. F.G.A. Gevers Deynoot, burgemeester van 's Gravenhage; uit het tweede huwelijk een zoon Edmund Pieter Hendrik, die voorgaat.
Zie: Adelsarchief, 1901, 202, 203, 214, 215; Nederl. Adelsboek 1915, 148, 149; vooral: Milit.