[Limburg en Bronckhorst, Otto des H.R.R. graaf van]
LIMBURG EN BRONCKHORST (Otto des H.R.R. graaf van), heer van Stirum en Borculoo, erfbaanderheer van Gelre en Zutphen, geb. omstr. 1620, overl. op zijn slot te Borculoo 27 Aug. 1679, zoon van graaf Herman Otto, hiervoor, en van Anna Margaretha freiïn von Spies-Bullesheim.
Hij trad in militairen dienst, was in 1643 ritmeester bij de kurassiers, ging uit staatschen dienst over in dien van den koning van Zweden (dit blijkt alléén uit een doopinschrijving van een zijner kinderen te Borculoo, 17 Oct. 1655; hij was bij dien doop niet tegenwoordig, als ‘in Polen ofte op de grensen van Polen gereist, syner Coninckl. Majesteyt ende Sweeden dienende’). Niet lang daarna (1661) wordt hij weer vermeld als kolonel van het geldersche regiment dragonders; hij was in 1672 sergeant-majoor der ruiterij en had 3 Juni 1672 zitting in den krijgsraad, die besloot den overtocht des vijands over den IJsel met alle beschikbare middelen te beletten. Later was hij bij de infanterie geplaatst; hij wordt vermeld als generaal-majoor bij dat wapen en was tegenwoordig in den veldslag bij Senef, 11 Aug. 1674, waar hij het bevel voerde over het derde regiment te voet in de eerste brigade (Solms). Hij overleed als gouverneur der stad en graafschap Zutphen, was voorheen roomsch-katholiek, doch is later, vermoedelijk 14 Maart 1668, gereformeerd geworden volgens een nog aanwezige merkwaardige geloofsbelijdenis (Stamtafel, bl. 8, 9). Hij huwde te Buren 5 Juni 1643 (o. st.) met Elisabeth Charlotte gravin von Dohna, geb. 14 Febr. 1625, overl. te Borculoo 18 Maart 1691, dochter van graaf Christoffel en van Ursula gravin van Solms-Braunfels. Hun vier zoons hebben het land loffelijk gediend; drie ervan lieten in den oorlog het leven. Otto Christoffel, geb. omstr. 1645, sneuvelde als kolonel der ruiterij in 1673; Fred. Wilhelm gaat hiervoor, Adolf Gelder en George Albrecht volgen.
Zie: Bosscha, Neerl. Held. te Land2 II, 45, 471, 477; Nederl. Adelsb. (1915), 135; Mdbl. Ned. Leeuw XLI, 159; Alg. Ned. Familiebl. XV, 285, 286; ten Raa en de Bas, Het Staatsche Leger; Stamtafel graven v.L.S., 8, 9, 13, 24, 25.
Regt