[Koppen, Cornelisz.]
KOPPEN Cornelisz., in Juni 1575 ter dood gebracht. In Noord-Holland, het z.g. Noorder kwartier, is Dirk Sonoy, luitenant-generaal aldaar van den Prins, de beul geweest van vele vermogende katholieken. Hem werd nagegeven, dat er naar zijn opvatting geen grooter misdaad kon bestaan dan: Roomsch te wezen en tevens rijk. Gelijk Alva bediende hij zich voor zijn bloedig bedrijf van een afzonderlijke rechtbank, welke in wreedheid den Bloedraad van dezen geweldenaar nog overtrof. Het eerste slachtoffer was: Koppen Cornelisz., een zeer welgesteld landbouwer van Woggenum. In Juni 1575 werd deze bejaarde man gegrepen en naar het slot van Schagen gevoerd. Men legde hem daar op de pijnbank, om zich te verantwoorden tegenover een valsche beschuldiging, door Jan Driemunt van Hoorn geuit, als zou K. last hebben gegeven op verschillende plaatsen van het Noorder-kwartier brand te stichten. Onder de meest verfijnde wreedheden gaf hij den geest, zonder dat men hem tot eenige bekentenis had kunnen brengen.
Nog erger verging het zijn zoon, den zes en twintigjarigen Nanning Koppens. Wanneer men bij Hooft en Bor de folteringen leest, welke dezen jongen man werden aangedaan, komen ons de meest uitgezochte wreedheden voor den geest, welke Aziaten als straf hebben uitgedacht. Zelfs ratten zijn daarbij te pas gekomen. Tevens valt de gruwelijke zedeloosheid op, welke ditmaal, evenals reeds bij de schennis der lijken van de gorcumsche martelaars en van Musius, zich heeft afgespeeld. Ofschoon onschuldig aan het landverraad, waarvan men hem overtuigen wilde, liet hij, door de herhaalde folteringen overmeesterd, zich tot bekentenis brengen. Daarmee heeft hij echter zijn leven niet kunnen redden, maar is door Gecommitteerden van West-Friesland veroordeeld om als verrader te Hoorn te worden gevierendeeld, welk vonnis op 1 Oct. aan hem werd voltrokken.
Een derde slachtoffer was Pieter Nanninksz, zie art. in dit deel, waar tevens de bronnen zijn vermeld.
Hensen