[Kessel, Hendrik III graaf van]
KESSEL (Hendrik III graaf van), overl. omstr. 1190, zoon van den voorgaande, is 1172 getuige bij den verkoop van Kuhlenhof (gemeente M. Gladbach) door Alard van Tusschenbroeck (bij Erkelenz) en diens oom Geldolph van Breidenrode (Breinder bij Schinnen) aan de abdij St. Vitus te M. Gladbach. In 1174 den 9den Mei is hij getuige van keizer Frederik I, bij de bevestiging der privilegieën van de abdij Siegburg; in 1188 verkoopt hij aan Philippus aartsbisschop van Keulen een wijnberg te Siegenheim (Senheim aan de Moezel). Volgens Recherches sur l'ancien comté de Kessel et sur l'ancienne seigneurie de Geysteren door M.J. Wolters (Gent 1854) blz. 12, wordt zijne echtgenoot Alveradis genoemd en blz. 13 aangenomen, dat hij tusschen 1188 en 1190 overleden is; geene oorkonde wordt ter bevestiging noch van het eene, noch van het andere aangehaald.
Zie: Maasgouw 1896, 28.
Verzijl