[Ittersum, Ernst Hendrik baron van (2)]
ITTERSUM (Ernst Hendrik baron van) (2), geb. te Kampen 26 Oct. 1804, overl. te Wijk bij Duurstede 5 Januari 1853, zoon van baron Lodewijk Arend, die volgt, en van Johanna Sippiena Boldewina Adriana van der Merwede.
Hij studeerde sedert 19 Juni 1822 te Utrecht, werd een bekwaam rechtsgeleerde en kantonrechter te Wijk bij Duurstede, tevens lid van den gemeenteraad aldaar en hoogheemraad van het college van den Lekdijk-bovendams. Hij was een man, die om zijn christelijken zin, zijn beminnelijke hoedanigheden en vriendelijke hulpvaardigheid door ieder, die hem kende, werd geëerd en bemind. Zijn ledige uren besteedde hij aan de beoefening der geschiedenis en oudheidkunde. In de Kroniek van het Hist. Genootschap dl. III, 74-79, beschreef hij de belangrijke archivalia, die in zijn bezit waren; in dl. V, 283-287 staat van zijn hand een Inventaris van zoodanige archieven en oude stukken als van eenige consideratie ter secretarie der stad Wijk bij Duurstede berustende zijn.
Hij was een der zes broeders uit het gesl. van Ittersum, die den Tiendaagschen veldtocht meemaakten, en huwde te Utrecht 19 Mei 1836 jkvr. Ignatia Gerardina Jacoba Beelaerts van Blokland (1809-1874), dochter van jhr. Paulus Adriaan en van Bertha Theodora Ram.
Uit dit huwelijk sproot één zoon, Mr. Paulus Adriaan Lodewijk Arend baron v.I., die den stam heeft voortgezet. Hij volgt kol. 646.
Zijn portret is gelithografeerd door een onbekend kunstenaar.
Zie: Nederl. Adelsb. 1914, 446; Boekzaal der Gel. Wereld 1853, I, 105.
Regt