van het regiment Wijnbergen (vuurroers), Oprichter van het eerste vaste overijselsche regiment (zooals wordt beweerd) zal hij wel niet geweest zijn, maar in 1646 werd hij er de chef van en kreeg 2 Febr. 1647 den kolonelsrang. Hij maakte zich er zeer verdienstelijk mee, hielp o.a. van 20 Mei tot 4 Juni 1664 de Dylerschans veroveren en lokte nog in 1676 een officieele dankbetuiging van de zijde der Staten uit. Hij huwde eerst in Maart 1631 met Bernhardina van Langen, en betrouwde met haar den Oosterhof (onder Rijssen). Zij overl. 7 Juni 1637, werd te Rijssen begraven en was de dochter van Gerhard en van Stephania van Voërst. Daarna hertrouwde hij te Winsum 30 April 1643 met Hendrika Maria van Gulich, overl. tusschen Mei 1684 en April 1685, dochter van Hendrik v.G. tot Bergh en van Margaretha Schaep tot den Dam. Uit het eerste huwelijk één zoon: Ernst die den Oosterhof verkrijgt (en wiens zoon Ernst Hendrik (1) volgt); uit het tweede huwelijk vier zoons, t.w. Hendrik v.l. tot Beverfeurde, geb. 1644, als majoor der cavalerie bij Fleurus in 1690 gesneuveld; Robert, geb. 1646, diende in 1663 in de compagnie van zijn vader en overleed in 1673 als kapitein; Wijnand Coert, die volgt; en Willem Andries, geb. 1649, jong overleden.
Zie: van Doorninck, Gesl. Aant.; Nederl. Adelsb., 1914, 436; ten Raa en de Bas, Het Staatsche Leger IV, 238, 239, V (zie register).
Regt