1692 keerde hij eindelijk naar Stockholm terug, waar hij zich vestigde als arts. Al spoedig werd hij benoemd tot secr. en thesaurier van het Coll. Med. In 1697 publiceerde hij in het Zweedsch De Zweedsche goedgeschoolde vroedvrouw (volgens Kleinwächter in 1721 in het Duitsch vertaald), een boek, dat zeer de aandacht trok en waarmee hij den grondslag legde voor de wetenschappelijke verloskunde en een goed geregeld verlossingswezen in Zweden. Zelf verhaalt hij, dat deze uitgave hem een grooten naam als vroedmeester bezorgde en sinds dien bij moeilijke verlossingen allereerst zijn hulp werd ingeroepen. Kort daarop begon hij kosteloos privaatonderwijs te geven in de verloskunde. Zijn pogingen om de opleiding der vroedvrouwen te verbeteren, hoewel in den beginne door de regeering onvoldoende ondersteund, leidden tot de uitvaardiging in April 1711 van de Reglementen voor de vroedvrouw. In 1723 werd ten slotte een behoorlijke regeling van het onderwijs voor de vroedvrouwen door den Rijksdag ingesteld. Zijn verdere werken waren: een ontleedkundige lezing in het Latijn te S. gehouden over de voortbrenging van den mensch (1705); Siphra en Pua (1715), een boek voor de vroedvrouw in vragen en antwoorden, dat een groot aantal drukken beleefde, en door den schrijver in het Duitsch (1726) en door G. ten Haaff in het Holl. (1753, 1768) werd vertaald; twee brieven over de longzwemproef gewisseld met den beroemden Magnus van Bromell, later lijfarts van den koning van Zweden en hoogleeraar te Stockholm (1718, 1720); de tweede brief is opgenomen in de Acta tit. Sueciae; de vert. van Portal's La Pratique des Accouchements, met noten en aanm. (1721); waarneming van een geval van ware en geheele procidentia uteri (1724). v.H. was ongetwijfeld een bekwaam verloskundige en heeft zich voor de ontwikkeling der zweedsche verloskunde zeer verdienstelijk gemaakt.
Zijn beeltenis, door David von Krafft geschilderd, hangt in het Coll. Med. te Stockholm; verder bestaat er een gravure door Brenner( 1724).
Zie: Daniëls in Ned. Tijdschr. v. Geneesk. (1916); Geyl in Ned. Tijdschr. v. Verlosk. en Gynaekol. (1895); von Siebold, Gesch. d. Geburtshilfe (1839); Fasbender, Gesch. d. Geburtshilfe (1906).
Baumann