[Hollebeke, Catharina]
HOLLEBEKE (Catharina), overste der zusters van de derde orde van St. Franciscus te Zaamslag en te Berchem bij Oudenaarden. 1523 was zij met pauselijk verlof en vergezeld van zuster Johanna le Dack uit het hospitaal te Komen (Comines) in W. Vlaanderen naar Zaamslag gekomen, om het vervallen hospitaal en ziekenhuis te herstellen. Met haar eigen erfgoed liet zij veel aan de gebouwen verrichten en schafte vele benoodigdheden aan. Zij voorzag ook het hospitaal van de noodige meubelen en voerde met goedkeuring van den H. Stoel den kanonieken koordienst in.
Door de groote overstrooming van 1530 was zij genoodzaakt Zaamslag te verlaten en vond met hare zusters een onderkomen te Berchem in het hospitaal, waar maar drie zusters meer waren, 1531. Zij vroeg den Keizer om de meubelen, die zij in Zaamslag bekostigd had, naar Berchem over te mogen brengen, totdat de bezittingen in Zaamslag weder bedijkt waren. De toestemming werd gegeven, totdat het hospitaal in Zaamslag hersteld zou kunnen worden.
1535 maakten de collateurs van het zaamslagsche hospitaal moeilijkheden om aan Moeder Catharina de renten uit te keeren. Zij kreeg, 9 Nov. 1535, keizerlijk verlof om hen te dagvaarden in den Raad van Vlaanderen. Het zaamslagsche hospitaal, gesticht 1338, ging geheel te niet, toen de staatsche troepen in 1586 de dijken van het eiland Zaamslag doorstaken. Het werd vereenigd met de Bernardijner-abdij Oost-Eecloo. De archieven van het hospitaal bevinden zich met die dezer nonnenabdij in het Staatsarchief te Gent.
Zie: Miraeus-Foppens, Opera diplomatica IV, 653, 55; Potter en Broeckaert, Gesch. der gem. van Oost- Vl. 6e reeks, I, (Berchem) 32, 34; dez., Gesch. van Gent VIII, 90.
Fruytier