[Hoeufft van Velsen, jhr. Jacob Pompejus Ernst]
HOEUFFT VAN VELSEN (jhr. Jacob Pompejus Ernst), geb. te Amsterdam 25 April 1842, overleden te 's Gravenhage 1 Mei 1910, zoon van jhr. Mr. Henrik (zie vorig art.) en van Ernestina Lucretia Roukens. Hij was heer van Velsen en Santpoort, welke heerlijkheden hij van zijn vader erfde, studeerde te Delft en verkreeg het diploma van bouwkundig ingenieur. Hij vestigde zich eerst als bouwkundige te Amsterdam, doch verhuisde in of omstreeks 1872 naar Brussel, waar hij verscheidene jaren als directeur eener bierbrouwerij verbleef, totdat hij in 1880 benoemd werd tot rijksbouwmeester in het IIe district, ter standplaats 's Gravenhage. Hij bekleedde die betrekking tot Juli 1892, toen hij als bouwkundig adviseur aan het Hof werd verbonden, tevens als kamerheer der Koningin. In het volgend jaar, 1893, ging hij als kamerheer over i.b.d. en werd aangesteld tot intendant der koninklijke paleizen (met uitzondering van ‘het Loo’) als opvolger van baron de Constant Rebecque, nadat hij het intendantschap een korte poos tijdelijk had waargenomen.
Onder zijn bekwame leiding zijn tal van bouwen herstellingswerken aan de koninklijke bezittingen tot stand gebracht, o.a. het nieuwe gebouw aan het koninklijke paleis grenzende, bestemd tot bewaarplaats van H.M. huisarchief, een werk, dat de bijzondere belangstelling en voorliefde van intendant Hoeufft had. Voorts heeft de koninkl. familie op hoogen prijs gesteld de adviezen van jhr. Hoeufft bij de herstellingswerken van het ‘Oude Loo’, het uit Maarten van Rossum's tijd dagteekenende kasteel, dat in den ouden stijl werd gerestaureerd.
Zeer veel overleg en persoonlijke toewijding is van jhr. Hoeufft gevorderd in de dagen van de inhuldiging van H.M. de Koningin, toen o.a. in de Nieuwe Kerk te Amsterdam onderscheidene maatregelen moesten worden genomen voor de inrichting van het kerkgebouw in verband met die plechtigheid. Vooral ook aan de inrichting van het paleis op den Dam, dat lang niet de vereischte ruimte bood voor vele vorstelijke logé's, heeft jhr. H. indertijd voortreffelijke leiding gegeven. Ook later, bij de huwelijksfeesten der Koningin, heeft hij menigen flinken maatregel ten opzichte van enkele koninklijke woningen getroffen. De laatste bemoeiingen van den bekwamen man betroffen de inrichting der vertrekken voor prinses Juliana in het koninklijk paleis.
Hij stierf aan een kwaal, die reeds vroeger een operatie had noodig gemaakt en werd op de Algem. Begraafplaats te 's Gravenhage begraven.