heid verbonden was en het invoeren van belangrijke en hoogst noodige hervormingen op de vloot, waarvan inderdaad onmiddellijk werk werd gemaakt. Zoo werd hij de grondlegger van de roemrijke staatsche vloot uit de 17de eeuw. Verbetering der krijgstucht, betere betaling en verzorging der matrozen, betere rechtspraak en administratie vormden de hoofdzaken in een nieuwen op zijn verlangen gegeven ‘artikelbrief’ en de daarmede samenhangende verordeningen. 19 April 1629 deed hij den eed op zijn nieuwe waardigheid. In Mei daaraan volgende naar de vlaamsche kust uitgezeild, sneuvelde hij echter reeds 20 Juni door een kogel in den schouder in een gevecht bij Duinkerken. Hij werd onder groote eerbewijzen 4 Juli, in het koor vande Oude Kerk te Delft begraven, waar hem een fraaie graftombe werd opgericht. Zijn zinspreuk was: De dapperheyd is meer dan goud of zilver. Hij was gehuwd met Annetje Claasdochter de Reus, die kinderloos bleef en 10 Nov. 1640 te Rotterdam, 75 jaren oud, stierf en in de Groote Kerk begraven werd, waar nog haar grafzerk ligt. Zij was denkelijk in 1613 met hem gehuwd.
Zijn portret is gegraveerd door C.v.d. Passe, Vinkeles, Bogerts, J. Houbraken, D. Veelwaard, W. Swidde en een onbekend kunstenaar, gelithografeerd door H. ten Kate, M. Mourot en F. Waanders; behalve op zijn graftombe, staat zijn standbeeld te Rotterdam (Delfshaven), waar ook zijn geboortehuis door een gedenksteen is aangeduid.
Vgl. over hem: de Jonge, Gesch. van het zeewezen I, 249; Elias, Schetsen I, 102; de Boer, De Zilvervloot in Tijdschr. voor gesch. 31, 1; Scheltema, Mengelwerk I, III, 145; Navorscher V, 166, 170, 231, VI, 20, 44, 45, 79, 112, 241, 313.
Blok