[Herent, Simon de]
HERENT (Simon de), deken van Rode, d.i. St. Oedenrode, niet Rhode St. Agatha, baccalaureus in de theologie van de universiteit van Parijs, vraagt 25 Nov. 1345 een beneficie voor zijn natuurlijken zoon Jan. 15 Juli 1348 werd Jan benoemd tot kapelaan in St. Pieter. Alsdan wordt Simon getiteld als panselijk kapelaan en deken van St. Oedenrode. 1345 was hij echter reeds deken en verzoekt hij een kanunnikdij in Luik, wat hem in afwachting werd toegestaan. 1346 dient hij opnieuw eenige verzoeken in bij Paus Clemens VI, onder wien hij te Parijs had gestudeerd, zooals hij zegt in zijn verzoek om een aflaat in het uur des doods, om de gunst van bij testament te mogen beschikken over zijn bezit en om een kanunnikdij in Luik, waar hij reeds zoo lang op wachten moet. Hij was bereid om daarvoor zijn dekenschap, zoo noodig, af te staan. Hij bleef deken. 10 Dec. 1349 vroeg en verkreeg zijn opvolger het dekenaat van St. Oedenrode openstaande door den dood van mag. Simon de Herent.
Zijn naam komt op de lijsten der dekens voor als Simon de Lovanio, bijgenaamd Herent 1340.
Zie: Berlière, Suppliques de Clément VI, No. 956, 960, 1051-1053, 1857; Denifle, Chartular. univ. Par. II, 590; Molanus, Histor. Lovan. 119-120, 645, 722.
Fruytier