[Heinrici, Godfried]
HEINRICI (Godfried), of Hendriks, geb. te Berlijn in 1667, overl. te 's Gravenhage 7 Maart 1732. Hij studeerde te Leipzig, en werd ‘hoogduitsch’ predikant te Kopenhagen, waar hij in 1705 uit zijn ambt is ontzet. In ons land gekomen studeerde hij te Harderwijk en werd doctor in de medicijnen. Vermeld wordt dat hij hierna te Zaandam preekte in de duitsche taal, wat hem (1708) te Amsterdam evenwel werd geweigerd. Na verschillende pogingen en moeilijkheden te Buiksloot, aan den Overtoom en op de Lindengracht, werd hij luthersch predikant te Purmerend in 1709, te 's Gravenhage 30 Nov. 1716. Te Purmerend heeft hij op tweeden Paaschdag 1712 de nieuwe kerk ingewijd. Over hem verscheen een protest tegen zijn beroep naar 's Gravenhage: Sententie tegen H. Heinrici te Coppenhagen, uitgesproken den 21 Febr. 1705, waarbij de voorsz. H. wegens dieverij van het predikambt aldaar geremoveerd wordt. Hiertegen gaf een vriend van hem zijn laatste preek te Kopenhagen uit, getiteld: De gevallene maar niet wechgeworpen Aäron .... Zelf schreef hij: Bescheyden verantwoordinghe op seeker geschrift, genaemt: Sententie ...., waarin zeer gunstige getuigenissen over hem voorkomen ook van wege den kerkeraad te Purmerend enz.
Behalve zijn genoemde afscheidspreek te Kopenhagen ('s Gravenh. 1717) en zijne verantwoording ('s Gravenh. 1716) schreef hij: Waarachtige species facti en volslagen afschrift uit het protocol van het gevolgd proces (1705); Lijkpredikatie .... op Ds. E.P. Pesarovius (Amst. 1709); De heilige wooningen des Hoogsten bij den Christen, in eene inwyings-predicatie van een nieuw gebouwt Godshuis binnen Purmerende (Amst. [1712]); Laatste Zegenwensch uytgestort over de gemeynte Jesu Christi binnen Purmerend ('s Gravenh. 1716); D'eerste Vreeden-groet aan de gemeynte Jesu Christi