[Hannuyts, Gillis Pietersz.]
HANNUYTS (Gillis Pietersz.), schilder, geboortig van Mechelen. De familienaam van den schilder wijst misschien op herkomst der familie uit Hannut in het Luiksche, want meermalen heet hij van Hannuyt. Waarschijnlijk heeft hij behoord tot de talrijke uitgewekenen uit de Zuidelijke Nederlanden, die hier het spaansche gezag ontvluchtten. Hoe groot de kolonie dier uitgewekenen te Rotterdam was, blijkt wel uit zijn drie huwelijken, aldaar gesloten, n.l. 1 Mei 1588 ondertrouwd met Celytgen van Meldert, geboortig van Antwerpen; 20 April 1595 gehuwd met Maritgen Hendricx van den Heuvel, geboortig van 's Hertogenbosch; 15 Maart 1600 met Neeltgen Simons Ooms van Brussel. Hij werd te Rotterdam begraven 1 Aug. 1609 en liet drie kinderen uit het eerste huwelijk na, doch al komen er later drie schilders voor met name Pieter Gillisz., Cornelis Gillisz. en Philips Gillisz., toch zijn er geen bewijzen om deze als zonen van Gillis Hannuyts te beschouwen. De winkelinventaris, door hem bij weesmeesters ingeleverd in 1598 na den dood van zijn tweede huisvrouw, die hem ook een kind had achtergelaten, geeft een kijk op zijn werk, waarvan tot dusverre nog niets is teruggevonden. Een vijftigtal, meest kleine en ‘slechte’ (= onbeduidende) stukken waren er toen voorhanden; er is sprake van geschilderde papieren, van olieverfdoeken, van stukken op paneel en van een door hem geschilderd vaandel ‘van de burgerije deser stede op den Achterwech’, d.w.z. een schuttersvaandel. De verdere inventaris van de goederen door hem en zijn vrouw bezeten en de kosten voor het begraven in de Groote kerk toonen aan, dat hij niet onbemiddeld geweest is, doch in hoe verre deze welstand aan zijn kunst te danken was, is niet uit te maken.
Zie: Rott. Historiebl. 3de ged. I, 609; Oud-Holland XXVII 65; A. Bredius, Künstler-Inventare III, 871-872 en VII 100; Invent. Archief Weeskamer (Arch. Rott.) no 364 fol. 99.
Moquette