reeds aldaar, doch werd pas 24 Juni 1785 geëed als poorter der stad.
Van hem heeft men in druk de volgende verhandelingen: Verhandeling over de oorzaken en behoedmiddelen ter voorkominge van de tegenwoordig meerdere sterfte van het volk op onze Oost-Indische schepen in de Verh. van het Bat. Gen. te Rott. 1777, III, 1; Scheikundige verhandeling over den olie, natuurlijk in de wijnmoer bevat in de Verh. der Holl. Maatsch. der Wetensch. te Haarl. 1780, 189; Scheikundige verhandeling over den zouten aanslag der turfkooten in de Verh. van het Bat. Gen. te Rott. 1781, V, 193; Verhandeling over het onderscheid tusschen delfstoffelijke en plantenzuren, en over den invloed van dit onderscheid op de geneeskunst in de Verh. van het Gen. Servandis Civibus, 1781, 71; Berigt wegens een steatoma of spekgezwel in den buik gevormd, en na den dood bij de opening van het lijk gevonden in de Verh. van het Bat. Gen. te Rott. 1783, VII, 270; Verbeterde distelleerstoof van Boerhaave. Met eene afb. in de Scheikundige Bibliotheek, 1793, II, 1e stuk, 55.
Zie: Algem. Konst- en Letterb. 1788, I, 156; Nieuwe Algem. Konst- en Letterb. 1799, XI, 123; Holtrop, Bibl. Medico-Chirurg., 119; Muller, Cat. van Portrett. bl. 324; Rott. Historiebl. 2de afd. I, bl. 119, 122, 125, 126 en 129.
Moquette