GRENU (Paul de) was de zoon van hopman Philips de Grenu, die zich bij het beleg van Leiden in 1574 onderscheiden had en in 1599 door zijn zoon als hopman eener waalsche compagnie werd opgevolgd. Toen Prins Maurits op 10 Mei 1604 IJzendijke had ingenomen, kreeg Paul de Grenu, toen sergeant-majoor in het regiment van der Noot, het opperbevel over deze ‘sleutel van Vlaanderen’ (Vondel in Verovering van Grol); 1606 luitenant-generaal der artillerie. Bij een commissie naar Grevelingen werd hij krijgsgevangen gemaakt, doch tegen aanzienlijk losgeld vrijgelaten. In 1624 werd hij door koning Jacobus van Engeland tot ridder verheven. In 1625 werd hij onder Frederik Hendrik ook kolonel der infant. Bij het beleg van 's Hertogenbosch werd de Grenu belast met het opperbevel der artillerie, doch hij sneuvelde 29 Juli 1629.
Hij is gehuwd geweest met Maria Stas. Waarschijnlijk is een zoon van hem: Maurits de Grenu, in 1662 kommandeur van Sas-van-Gent, gehuwd met Wilhelmina van Weede en overl. 1667. De Grenu had met Constantijn Huygens gemeenschappelijk grondbezit in Staats-Vlaanderen (vgl. Schinkel, Bijdragen enz. 44, 's Gravenh. 1842).
[pagina 497]
[p. 497]
Zie: Zelandia Illustrata II, 337; Nagtglas, Levensber. v. Zeeuwen I, 293; ten Raa en de Bas, Staatsche Leger I, 208, II, 155, 176, 266, III, 15, 85, 195, 233, 254, 256, 267, IV, 232, 260, 277, 333.