[Gouwer, Hugo den]
GOUWER (Hugo den) van Coudekerke, een edelman uit het eind der 13e en het begin der 14e eeuw. Hij was een groot zeeuwsch grondbezitter, bevoegd om den riddertitel te voeren, maar berucht als zeeroover. In de geheele 13e eeuw was de Noordzee onveilig geweest; talrijk waren de klachten daarover van de kooplied en der aan die zee gelegen landen. Eindelijk kreeg men hem echter te pakken en werd hij in 1309 door Robert, graaf van Vlaanderen, binnen Axel gedaagd om zich te verantwoorden voor zijn euveldaden. Het liep op een dading uit. De Gouwer zou in Vlaanderen blijven en Robert in diens strijd met den graaf van Holland bijstaan. Na den vrede werd hem veroorloofd naar zijn land terug te keeren. Wegens felonie waren natuurlijk zijn bezittingen aan de hollandsche grafelijkheid vervallen. Hij had o.a. een zoon Aernoud. Zijn dochter, Justine, huwde in 1316 met Jan Sceven, rentmeester van Waterland; na diens dood hertrouwde zij omstr. 1322 met den burggraaf van Leiden, Dirk van Cuyck. Haar derde echtgenoot was Jan Aelman, de bastaardbroeder van graaf Willem IV van Henegouwen. Zij stierf omstr. 1360.
Zie: Nijhoff's Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. 4e reeks X, 252 en 341.
Bartelds