[Glavimans, Pieter (1)]
GLAVIMANS (Pieter) (1) was waarschijnlijk een Rotterdammer en was een bekwaam scheepsbouwer. Hij was als zoodanig in dienst der Oost-Indische compagnie. Op 26 Febr. 1795 werd door de Staten-Generaal aan hem en 4 anderen opgedragen om een onderzoek in te stellen en verslag uit te brengen over den staat, waarin 's lands oorlogsschepen, scheepstimmerwerven, havens, enz., in een woord al hetgeen met onze marine in verband stond, zich bevonden. Binnen enkele weken bracht de commissie een voorloopig verslag, op 27 Mei d.a.v. een eindverslag, groot 140 bladzijden, uit met de noodige voorstellen tot herstel en verbetering en eene raming der kosten daarvan.
Toen de nieuwe grondwet der Bataafsche republiek 4 Mei 1798 in werking trad, gingen ingevolge art. 247 daarvan alle bezittingen en eigendommen der Oost-Indische compagnie aan de republiek over. Glavimans werd dientengevolge benoemd tot opper-scheepsbouwmeester der republiek.
In 1799 werd hij door het Bataafsche genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte met goud bekroond wegens een antwoord op de vraag naar de beste en minst kostbare wijze van samenstelling van de masten van oorlogs- en andere zware schepen. Dit antwoord is gedrukt in het 2e deel van de Nieuwe verhandelingen van dat genootschap (1801), blz. 225.
Zijn geboorte- en sterfjaar zijn onbekend.
Ramaer