[Franssen, Godefridus]
FRANSSEN (Godefridus), geb. te Steijl bij Tegelen 3 October 1730, overl. te Belfeld in 1800, zoon van Henricus en Anna Margaretha Schaepkens, studeerde voor priester en werd 24 April 1756 door de beheerders van een familie-beneficie in de kerk van Born bij Brüggen (Rijnprovincie) gesticht, tot rector dezer stichting benoemd. Den 8. Aug. 1759 verdedigde hij in het bisschoppelijk seminarie te Roermond, om den graad van doctor te verkrijgen, eenige stellingen. Hij trad als rector af 12 Nov. 1760 en werd tot pastoor van Belfeld benoemd 1 Febr. 1761. In 1797 gedurende de fransche overheersching nam hij met nog andere priesters de wijk naar Emmerik. Later teruggekeerd, leefde hij verborgen in het huis aan de Mergelstraat tusschen Belfeld en Steijl gelegen, waar hij overleed.
Zie: M. Hub. H. Michels, Genealogie der Familie Franssen te Tegelen 34-36; G. Peeters, Chronologische beschrijving van Tegelen, benevens aanteekeningen over Belfeld en Steijl, 56.
Verzijl