[Franco Mendes, Abraham alias Melchior (1)]
FRANCO MENDES (Abraham alias Melchior) (1) wordt ook Abraham Francoo Velho (d.i. de oude) genoemd. Oorspronkelijk was de naam enkel Franco, doch door de vermaagschapping van de geslachten Franco en Mendes werd de naam aldus samengesteld. Beide geslachten, oorspronkelijk spaansch-joodsch, behoorden tot de 30 aanzienlijke familiën, die naar Porto uitweken met don Isaac Aboab aan het hoofd. Van daar kwamen zij naar Amsterdam. Abraham ontvluchtte met vrouw en twee zonen (die volgen) hetbloedige gericht der portugeesche inquisitie en nam de wijk naar Amsterdam; hier kwam hij op 27 April 1598 aan, behoorde er tot de eerst aangekomen marranen en was er in 1610 parnas (bestuurder) van de oudste portugeesche joodsche gemeente ‘Bet Yahacob’. Hij werd 4 Dec. 1614 op de begraafplaats dier gemeente te Ouderkerk aan den Amstel begraven. Vier steenen torsten op zijn graf een halve zuil, die het graf een zeer schilderachtig aanzien gaven. Benjamin Godines Senior gebruikte het voor zijn Memento Mori-blad en Jacob van Ruysdael teekende en schilderde het meermalen. De portugeesche en latijnsche opschriften verhalen van zijn vroomheid en weldadigheid. ‘Een grooter schat, dan hier ingesloten ligt, zijn de werken, die hij deed en waarmede hij de aarde vervulde.’ ‘Ternauwernood omvat de aarde den naam, dien hij zich door onuitputtelijke vroomheid verworven heeft.’ ‘Onder dezen steen vindt men hem, die bij zijn leven wèl deed en ook bij zijn overlijden de armen bedacht’ ez. Zijn vrouw Sara, overl. 30 Dec. 1615, ligt er naast hem begraven.
Zie: D. Henriques de Castro Mz., Keur van Grafsteenen der Ned. Portug. Israël.