[Farrar, Abraham (1)]
FARRAR (Abraham) (1), Pharar of Ferar alias Simon Lopez Rosa, geb. in Portugal, overl. 14 December 1618 te Amsterdam. Hij was gehuwd met Doña Sara Farrar. Abraham, in tegenstelling met den volgende ‘el viejo’ de oudere genoemd, behoort tot de eerste amsterdamsche marranen. Hij werd het hoofd van de eerste portugeesch-joodsche gemeente ‘Bet Yahacob’ te Amsterdam en was er een bekend geneesheer. Hij is een eigenaardig voorbeeld dezer cryptojoden, die katholiek opgevoed, hier tot het jodendom overgegaan, daarvan slechts een flauwe voorstelling hadden. In hem uitte zich het eerste conflict tusschen de humanistische renaissance en de oude sobere, monotheïstische joodsche levensopvatting. In de rabbinale decisiën van rabbie Joel Sirkes te Brest-Litowsk in Polen, lezen wij over Dr. Farrar's ‘lasterstem’, die een groot misdrijf in de ritualia had teweeggebracht. ‘Daarover zijn alle geloofsgetrouwen verbaasd en geschrokken.’ Hij had reeds voor langen tijd zich spottend over de wijzen der joodsche Agada, zoowel als over die der Kabala uitgelaten en de stelling verkondigd, dat hun uitspraken niet gewichtig waren, doch dat iedereen zich richten moet naar de philosophie. ‘Nog houdt hij vast aan zijn onreinheid, terwijl hij waardige mannen naar zich toehaalt, en naar zijn opvatting weet te overtuigen.’ Ook had Dr. Farrar op eigen gezag iemand als slachter van ritueel vee aangesteld, die van de desbetreffende voorschriften niet op de hoogte bleek. De rabbijnen van de beide gemeenten verklaarden toen dit vleesch voor ongeoorloofd, nadat hun de onwetendheid des slachters op een examen gebleken was. Ter synagoge beklom Dr. Farrar nu het Almemmorgestoelte en verklaarde met luide stem, dat men op deze proclamatie op zijn verantwoording niet behoefde te letten en men het vleesch gerust mocht
eten. De amsterdamsche rabbijnen deden schriftelijk hiervan verslag aan de poolsche talmoed-autoriteit, rabbie Sirkes, welk relaas door den president van het joodsche gerecht van Lublin bevestigd werd. Dit vond in 1618 plaats. De strenge afkeuring van den opperrabbijn Uziel van de tweede gemeente, was oorzaak, dat de opposanten zich afscheidden en in dit jaar een derde portugeesche gemeente ‘Bet Yisraël’ stichtten, die tot 1639 zelfstandig bleef voortbestaan. Dr. Farrar heeft een strijd tegen de joodsche traditie aangebonden, die door Uriel da Costa en Spinoza is voortgezet, als wier onmiddellijke voorganger hij te beschouwen is. Neemt hij in de geschiedenis der philosophie dus een belangrijke plaats in, niet minder in die der Joden in Nederland, want hebben de beide laatsten voor zich een philosofische wereldbeschouwing nagestreefd, Dr.