[Eynden, Roeland van]
EYNDEN (Roeland van), geb. te Nijmegen 28 Juni 1747, overl. te Dordrecht 28 Aug. 1819, was de zoon van Jacob van Eynden en Johanna Vermeer. In 1768 was hij leerling der schilderacademie te 's Gravenhage, maar toch werd het schildersvak bij hem niet de hoofdzaak. Hij had Latijn geleerd, en verkreeg later een post bij 's Lands Convooien en Licenten te Tiel, daarna te Dordrecht. In 1783 werd zijn verhandeling Over den Nationalen Smaak der Hollandsche School in de Teeken- en Schilderkunst met den gouden eereprijs door Teyler's Tweede Genootschap bekroond. Behalve als schrijver over schilders o.a. Correggio, gebrs. van Eyck, bewerkte hij met A. van der Willigen de bekende Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst, die hij evenwel niet mocht voltooien.
Van zijn hand bestaan portretten en teekeningen. Zijn portret komt voor in Studiebeelden en Fragmenten door J.E. Marcus, en ook in zijn bekroonde verhandeling.
Zie: R. van Eijnden en A. van der Willigen, Gesch. der Vad. Schilderkunst III, 45.
van Dalen